GezondheidsTesten
Onze oudercombinaties zijn zorgvuldig gekozen om genetische risico's op erfelijke ziekten te minimaliseren.
Sommige gezondheidsproblemen bij honden worden niet alleen bepaald door genetische factoren, maar kunnen ook worden beïnvloed door externe omstandigheden. Denk hierbij aan voedingskeuzes, omgevingsinvloeden en andere externe factoren die een rol kunnen spelen bij de gezondheid.
Testen waar toy & dwerg poedels zeker op getest moeten worden volgens de rasclub:
Patella Luxatie
ECVO
PRA prcd
PRA rcd4
DM
Extra testen die ook belangrijk zijn voor de poedel:
GM2
NE
vWD
Testen belangrijk voor het fokken met de merle kleur:
MDR1
M Locus
Patella Luxatie en ecvo testen zijn lichamelijk testen die door een (gespecialiseerde) dierenarts worden uitgevoerd.
Patella Luxatie
Patella luxatie bij honden is een aandoening waarbij de knieschijf (patella) tijdelijk of permanent uit zijn normale positie glijdt, meestal naar de binnenkant van de knie. Dit kan leiden tot kreupelheid, pijn en ongemak bij de hond.
Om patella luxatie vast te stellen zonder verdoving, voert een dierenarts een lichamelijk onderzoek uit waarbij de knie van de hond wordt beoordeeld op mobiliteit en stabiliteit. De dierenarts kan de knieschijf met de hand proberen te verplaatsen om te zien of deze gemakkelijk uit zijn normale positie glijdt.
Daarnaast kan de dierenarts ook de mate van laxiteit (losheid) van de knie controleren door de poot in verschillende posities te buigen en te strekken. Dit helpt bij het bepalen van de ernst van de luxatie en of verdere diagnostische tests nodig zijn.
Hoewel een diagnose zonder verdoving kan worden gesteld, kunnen aanvullende tests zoals röntgenfoto's of echografieën worden aanbevolen om de ernst van de aandoening te bevestigen en om de beste behandelingsmogelijkheden te bepalen.
ECVO
Een ECVO-onderzoek, voluit European College of Veterinary Ophthalmologists-onderzoek, is een uitgebreide oogheelkundige screening die wordt uitgevoerd bij honden om eventuele erfelijke of verworven oogafwijkingen op te sporen. Deze afwijkingen kunnen variëren van staar en netvliesaandoeningen tot afwijkingen aan het hoornvlies.
Tijdens het onderzoek zal een geregistreerde specialist in oogheelkunde bij dieren, een zogenaamde veterinaire oogarts, de ogen van de hond grondig onderzoeken. Dit omvat vaak het gebruik van speciale instrumenten zoals een oftalmoscoop en een spleetlamp om de verschillende structuren van het oog te beoordelen.
De resultaten van het ECVO-onderzoek worden vastgelegd in een officieel rapport dat wordt verstrekt aan de eigenaar van de hond. Deze resultaten kunnen helpen bij het fokken van gezonde nakomelingen en het voorkomen van de verspreiding van erfelijke oogziekten binnen bepaalde hondenrassen.
DNA
Het DNA van onze hondjes werd volledig onderzocht op meer dan 250 ziektes bij Embark in Amerika.
Veel van deze ziektes zijn ras gebonden. Gelukkig komen ze niet allen bij de poedel voor.
Sommige markers kunnen aanwezig zijn, echter hebben ze geen invloed op het lichaam van de poedel (zie bijvoorbeeld IVDD).
Hoe werkt DNA?
De meeste erfelijke ziektes zijn recessief.
Dit wil zeggen dat er 2x een gemuteerd gen aanwezig moet zijn, voor de ziekte op basis van erfelijkheid tot uiting zou kunnen komen.
Ik zeg uitdrukkelijk 'zou kunnen komen', gezien niet elke erfelijke aandoening een zieke hond geeft.
Net zoals enkele ziektes niet in de genen hoeven te staan om toch tot uiting te kunnen komen.
Ik geef een voorbeeld met de mens. Stel je laat jezelf testen op kanker. Het kan in je DNA staan, dat je er erfelijk voor bent aangelegd.
Echter wil dit niet zeggen dat jouw lichaam de kanker gaat ontwikkelen.
Het kan ook zijn dat het niet in je DNA staat en er dus niet erfelijk voor aangelegd bent, echter wel kanker krijgt door toe doen van uiterlijke factoren zoals voeding, verontreinigde lucht, stralingen,....
We hebben dus niet alles in de hand.
Wat we wel kunnen doen, is het risico op erfelijke aandoeningen minimaliseren, door erfelijke testen uit te voeren, alsook onze honden goede voeding te geven en onze pups hun gewrichten niet te laten overbelasten door ze hoog te laten springen en te vaak (hard) te laten lopen.
Meer uitleg over de recessieve genen:
Honden die het gen niet hebben noemen we 'vrij'. Een hond die vrij is, zal de ziekte op erfelijke basis NIET ontwikkelen.
Honden die het gen 1x hebben noemen we 'drager'. Een hond die drager is, zal de ziekte op erfelijke basis NIET ontwikkelen.
Honden die het gen 2x hebben noemen we 'lijder'. Een hond die lijder is, KAN de ziekte op erfelijke basis ontwikkelen.
Om de genenpoel niet te verkleinen en zo veel mogelijk diversiteit te behouden, is het belangrijk om honden niet uit een fokprogramma te selecteren.
Wat wél heel belangrijk is, is dat je beide ouderdieren test en op basis van de uitslag de juiste oudercombinaties maakt.
Er mag bij sommige ziektes met lijders gefokt worden op voorwaarde dat de ziekte de hond geen parten speelt bij het dekken, dracht, zogen of bevalling. De partner moet dan vrij zijn, zodat er enkel drager pups geboren kunnen worden.
Erfelijke aandoeningen bij de poedel
PRA prcd & PRA RCD4
Beide vormen van PRA zijn progressieve aandoeningen die uiteindelijk kunnen leiden tot blindheid bij honden.
DM
Degeneratieve myelopathie (DM) is een progressieve neurologische aandoening die voorkomt bij honden. Het treft het ruggenmerg, wat leidt tot een geleidelijk verlies van coördinatie, spierzwakte en uiteindelijk verlamming van de achterpoten. DM wordt veroorzaakt door een afbraak van de zenuwcellen in het ruggenmerg, meestal als gevolg van genetische factoren.
De SOD1-test is een genetische test die kan helpen bij het identificeren van honden die drager zijn van de mutatie geassocieerd met DM. De test richt zich op een specifiek gen genaamd SOD1, waarvan bekend is dat mutaties bijdragen aan de ontwikkeling van DM bij bepaalde hondenrassen. Hoewel de SOD1-test nuttig is om te bepalen of een hond drager is van de mutatie, is het belangrijk op te merken dat het hebben van de mutatie niet noodzakelijk betekent dat de hond de ziekte zal ontwikkelen. Er zijn andere genetische en omgevingsfactoren die ook een rol spelen bij het ontstaan van DM. Daarom is de betrouwbaarheid van de SOD1-test als voorspeller van de ziekte niet absoluut, maar het kan fokkers helpen bij het nemen van geïnformeerde beslissingen om de verspreiding van DM binnen populaties van bepaalde hondenrassen te beperken.
DM wordt overgeërfd als een recessieve eigenschap, wat betekent dat een hond twee kopieën van het afwijkende gen moet erven om de ziekte te kunnen ontwikkelen. Als een hond slechts één kopie van het afwijkende gen erft, wordt hij beschouwd als drager van de mutatie, maar vertoont hij geen symptomen van de ziekte.
GM2
Gangliosidose bij de hond is een groep zeldzame lysosomale opslagziekten die resulteren in de abnormale ophoping van een vetachtige substantie genaamd ganglioside in de hersenen en andere organen van het lichaam zoals de lever.
De symptomen van gangliosidose treden meestal op tijdens de eerste twee levensjaren en kunnen gewichtsverlies, spierzwakte en blindheid zijn. Bij ernstige ophoping van gangliosiden wordt de coördinatie van de hond aangetast en treedt vaak cerebellaire ataxie op. De hond kan lethargisch of depressief lijken. Hoofdschokken worden vaak waargenomen, vooral tijdens het eten. In sommige gevallen kunnen epileptische aanvallen optreden. De symptomen verergeren met de tijd en euthanasie wordt vaak toegepast.
NE
NE (Necrotizing Encephalitis) is een ernstige inflammatoire aandoening die het centrale zenuwstelsel van honden aantast. Het wordt gekenmerkt door ontsteking en necrose (weefselsterfte) van de hersenen, wat leidt tot neurologische symptomen zoals veranderingen in gedrag, epileptische aanvallen, verlamming en uiteindelijk de dood.
vWD
Von Willebrandziekte (vWD) is een erfelijke bloedingsstoornis bij honden, vergelijkbaar met hemofilie bij mensen. Het wordt veroorzaakt door een tekort of disfunctie van het Von Willebrand-factor (vWF) eiwit, dat een rol speelt bij de bloedstolling en het stoppen van bloedingen. Honden met vWD kunnen symptomen vertonen zoals overmatig bloeden na verwondingen, langdurig bloeden na chirurgie, bloedneuzen, bloed in de ontlasting of urine, of onverklaarde blauwe plekken. De ernst van de ziekte kan variëren van mild tot ernstig, afhankelijk van de mate van vWF-deficiëntie. Met de juiste behandeling en voorzorgsmaatregelen kunnen honden met vWD een normaal leven leiden, maar het is belangrijk om ze te beschermen tegen letsel en chirurgie zorgvuldig te plannen.
MDR 1
Het MDR1-gen, oftewel het Multidrug Resistance 1-gen, codeert voor een eiwit dat betrokken is bij het transport van diverse stoffen, inclusief medicijnen, over celmembranen. Het speelt een cruciale rol bij het handhaven van de integriteit van de bloed-hersenbarrière, wat essentieel is voor de bescherming van de hersenen tegen schadelijke stoffen.
Bepaalde hondenrassen, waaronder die in de colliefamilie groep zoals de Border Collie en de Australische Herder, kunnen een mutatie hebben in het MDR1-gen. Deze mutatie kan ervoor zorgen dat deze honden overgevoelig zijn voor bepaalde geneesmiddelen, zoals ivermectine, loperamide en verschillende chemotherapeutica.
Het is van bijzonder belang om honden met het merle gen, die mogelijk afstammen van rassen in de colliefamilie groep, te testen op de MDR1-mutatie. Merle honden hebben een hogere kans om deze mutatie te dragen vanwege hun genetische achtergrond. Het testen op het MDR1-gen is essentieel om te voorkomen dat honden die het gen hebben, onbedoeld worden blootgesteld aan medicijnen die schadelijk voor hen kunnen zijn. Met deze kennis kunnen eigenaren en dierenartsen geschikte medicatie kiezen die veilig is voor honden met deze gevoeligheid, wat hun gezondheid en welzijn ten goede komt.
M-locus
Een cruciaal aspect waar we ons op richten, is het M-locus gen, ook wel bekend als het merle-gen.
Het merle-gen is verantwoordelijk voor het merle-vachtpatroon bij honden. Echter, wanneer een hond twee kopieën van het merle-gen erft, kan dit leiden tot ernstige gezondheidsproblemen, waaronder gehoor- en zichtproblemen, evenals andere neurologische aandoeningen.
We nemen daarom strikte maatregelen om ervoor te zorgen dat onze merle honden slechts één exemplaar van het merle-gen erven.
Voorbeelden van genen die de gezondheid van de poedel niet aantasten
IVDD
IVDD is een erfelijke aandoening die vooral voorkomt bij kortbenige rassen, zoals teckels, corgi's en bassets. Het is een aandoening die de tussenwervelschijven van de wervelkolom aantast en kan leiden tot pijn, verlamming en zelfs totale invaliditeit bij honden.
Het is belangrijk op te merken dat de IVDD marker van Embark geen invloed heeft op alle rassen.
Bijvoorbeeld poedels behoren niet tot de kortbenige rassen die vatbaar zijn voor deze IVDD uitslag van de test.
ALT
Deze genetische test kan door dierenartsen worden gebruikt als een klinisch hulpmiddel. Dierenartsen raadplegen een reeks laboratoriumwaarden bij het bepalen of het ALT-niveau van een hond normaal is. Honden met één of twee kopieën van deze variant hebben een ALT-waarde die laag is of aan de lage kant van het normale referentiebereik ligt. Dierenartsen kunnen deze test gebruiken om de betekenis van een verhoogde ALT-waarde te bepalen.